Gepubliceerd op: 6 februari 2024
Een aantal van onze collega’s is geportretteerd. In elk van deze fotoseries zie je niet alleen (een deel van) het vertrouwde ambulance-uniform, maar ook een persoonlijk element dat hen buiten het werk typeert. Want wie is nou de mens achter het uniform?
Deze keer: het verhaal van collega Patricia.
“Ik werk al twintig jaar als ambulancechauffeur. Twee jaar geleden was ik op zoek naar meer uitdaging in mijn werk en sindsdien combineer ik het werk op de ambulance met het werk als uitgiftecentralist op de meldkamer ambulancezorg.
Het grote verschil tussen de twee functies is dat het op de meldkamer super druk is. Je hebt op de ambulance maar één patiënt tegelijk en je hebt te maken met piekmomenten. Terwijl ik op de meldkamer vaak met meerdere dingen tegelijk bezig ben en de piek er de hele dag is.
De uitdaging die ik zocht, heb ik op de meldkamer dus zeker gekregen.
Drukte = ontspanning
Ook naast het ambulancewerk ben ik altijd druk, want dat geeft mij juist ontspanning. Ik ben moeder van drie pubers, mantelzorger voor mijn moeder (en man) én heb als grootste hobby het geven van zwemles aan kinderen.
Twee keer per week sta ik als officieel zweminstructeur – als vrijwilliger – les te geven in het zwembad.
Van zelf zwemmen naar zwemjuf
Vroeger was ik een actieve zwemmer. Op mijn 14e had ik alle 21 zwemdiploma’s gehaald en daarna ging ik aan de slag als assistent zwemjuf.
Toen ik aan het werk ging op de ambulance, ben ik hiermee gestopt.
Ruim tien jaar geleden – toen mijn kinderen begonnen met zwemles – ben ik weer aan de slag gegaan in het zwembad, als gediplomeerd zweminstructeur.
Werk en privé combineren
Mijn drukke privéleven in combinatie met (vrijwilligers)werk vraagt om een goede planning. Zowel bij de ambulancedienst als bij de zwemvereniging heb ik aangegeven: zodra je data weet, geef het aan. Dan kan ik mijn rooster daarop aanpassen.
En het lukt ook wel eens niet, om alles te combineren. Dan geef ik het ruim van tevoren aan bij de zwemvereniging. Want het is dan wel vrijwillig, maar ik heb wel mijn verplichtingen.
Reacties van kinderen en patiënten
De kinderen die ik zwemles geef, vinden het wel eens raar dat ik ook een andere baan heb. Want: ‘Woon jij niet in het zwembad dan?’
Iets soortgelijks hoor ik ook wel eens tijdens mijn werk als ambulancechauffeur. Als ik zeg tegen een patiënt: ‘Je bent de laatste vandaag, ik ga zo naar huis.’ Dan zijn mensen soms wel in de war: ‘O ja, jullie gaan ook gewoon naar huis.’
Dat je zelf een gezin en kinderen hebt, beseffen ze vaak niet. En dat is ook prima. Er is daar sprake van een noodsituatie en dan ben ik gewoon de hulpverlener.”
Zie jij jezelf ook al lopen in een ambulance-uniform?
Bekijk onze vacaturesMeer verhalen van onze collega's
Verpleegkundige MCA Sandra
Sandra is verpleegkundige middencomplexe ambulancezorg (MCA). Ze vertelt over haar taken, over de leuke én de minder leuke momenten van haar werk en laat zien hoe de ambulance er van binnen uit ziet.
Werken bij Ambulance Amsterdam
Kom meer te weten over de verschillende functies van Ambulance Amsterdam. Collega's Kelly, Jonathan, Ruud, Henrike, Danny en Antissa vertellen elk in anderhalve minuut over hun werk.
Verpleegkundige middencomplexe ambulance Selina
Selina werkt op onze grootste ambulancepost: team middencomplexe ambulance. Ze vertelt meer over dit team en wat ze zo fijn vindt aan het werk op de middencomplexe ambulance.
Op de ambulance én de brandweerwagen
Wernald zit al 20 jaar bij de vrijwillige brandweer én hij werkt sinds 7,5 jaar bij Ambulance Amsterdam. In het begin was het wel even wennen om ook in een ambulance-uniform te lopen. Maar tegenwoordig switcht hij moeiteloos tussen de twee hulpverlenerstaken.
De ene net uit dienst, de ander net in dienst
De een was nog maar nét geboren, toen de ander startte bij Ambulance Amsterdam: Janina - die staat aan de start van haar carrière - gaat in gesprek met Margot, die ondertussen met pensioen is na 34 dienstjaren op de ambulance. Over de verschillen tussen vroeger en nu, het werk op de middencomplexe ambulance en de ritten die ze zijn bijgebleven.