Gepubliceerd op: 21 juni 2024

De een was nog maar nét geboren, toen de ander startte bij Ambulance Amsterdam: Janina – die staat aan de start van haar carrière – gaat in gesprek met Margot, die ondertussen met pensioen is na 34 dienstjaren op de ambulance. Over de verschillen tussen vroeger en nu, het werk op de middencomplexe ambulance en de ritten die ze zijn bijgebleven.

Margot:
Hoe goed je nu opgeleid wordt voor je op de ambulance terechtkomt, zo onvoorbereid was ik toen ik zelfstandig aan de slag ging op de ambulance. Ik had van tevoren al gewerkt in het ziekenhuis, dus ik had wel ervaring als verpleegkundige. Maar het werk op de ambulance is toch wat anders.

Helaas was er nog geen plek op de opleiding tot ambulanceverpleegkundige, dus toen ik startte op de ambulance, liep ik alleen twee weken mee met een ervaren ambulanceverpleegkundige. Daarna werd ik gekoppeld aan een ervaren chauffeur en moest ik gewoon aan de slag. En dan doe je maar gewoon je best!

Pas nadat ik al vier jaar aan het werk was, kon ik starten met de opleiding tot ambulanceverpleegkundige.

Janina:
Dat is nu zeker anders! Ook ik werkte hiervoor in het ziekenhuis, als verpleegkundige op de medisch psychiatrische unit (MPU). Nadat ik aangenomen was bij Ambulance Amsterdam, startte ik met de opleiding tot verpleegkundige middencomplexe ambulancezorg. Nu ik mijn opleiding heb gehaald mag ik zelf ‘los’ op de ambulance en dat is best spannend. Tijdens de opleiding liep ik mee op de ambulance met een ervaren collega verpleegkundige. Toen merkte ik al dat het heel spannend was: je stapt bij iemand binnen, en je moet zelf beoordelen hoe het gaat met de patiënt. Je hebt niet even een collega of arts die je kan helpen.

Margot:
Ja, of je nu op straat staat of in een huis: jij moet het gaan regelen. Je leert vooral door te doen en zal steeds meer vertrouwen in jezelf krijgen.

Wat wel fijn is, is dat je tegenwoordig gemakkelijk een Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) kan bellen. Vroeger kon je hen ook wel via de porto bereiken, maar dat gebeurde zelden. Je deed toen vooral wat noodzakelijk was, er waren ook veel minder mogelijkheden dan nu. We hadden bijvoorbeeld minder protocollen en medicijnen dan nu. Er is in de loop der jaren veel veranderd. De zorgvraag is groter geworden, en de organisatie dus ook.

Janina:
Ja dat geloof ik wel. We werken met een groot team bij de middencomplexe ambulancezorg, we zijn met meer dan 100 collega’s. Dat is wel wat anders dan het kleine team waarin ik werkte in het ziekenhuis.

Margot:
Toen ik startte waren we in de hele organisatie (het heette toen nog Vereniging Ziekenvervoer Amsterdam) met 100 collega’s, en reden er maar zo’n 10 tot 15 ambulances rond. Dat is nu wel anders.

Janina:
Ik was echt verbaasd toen ik hoorde hoeveel ambulances er in Amsterdam rijden. En ook de diversiteit aan ritten heeft me positief verbaasd, ik had niet verwacht dat op de middencomplexe ambulance zoveel verschillende ziektebeelden voorkwamen. Dat maakt het werk wel extra uitdagend en leuk.

Margot:
Vroeger was alles gecombineerd: dan deed je als ambulanceverpleegkundige zowel de spoed- als de middencomplexe ambulancezorg. Toen het gesplitst werd, ben ik gaan werken op de middencomplexe ambulance. Ik had in het verleden een bedrijfsongeval met mijn knie gehad, dus terug op de ALS lukte niet.

Janina:
Je zult vast een hoop verhalen hebben na die 34 jaar

Margot:
Zeker. En het zijn niet eens altijd de heftigste verhalen die je bijblijven, maar het kan ook een bepaalde thuissituatie zijn waar je komt. De casus die ik nooit meer zal vergeten is die van twee samenwonende zussen. De buren dachten, we hebben die vrouwen al een tijd niet gezien. Daarom belden ze 112. Samen met de politie gingen wij naar binnen. Wat bleek: de ‘goede’ zus was overleden en de demente zus was haar nog eten aan het geven. Dat soort ritten blijven je bij.

Janina:
Ja sommige dingen zijn zo indrukwekkend dat het je bij blijft. Zo moesten we laatst iemand ophalen uit het ziekenhuis om naar huis te brengen voor euthanasie. Dan heb je nadat je de patiënt thuis hebt gebracht wel even het besef: over een uur is dit leven gewoon eindig.

In wat voor situatie we ook komen en hoe verdrietig het ook is, je moet altijd kijken hoe je het op zo’n goed mogelijke manier voor elkaar kan krijgen.

Margot:
Ja, het is echt maf om in je uniform in zo’n auto rond te rijden. Ik heb in een kerk gestaan, het concertgebouw, bij grote rampen, drie hoog achter, in een slachthuis. Je komt overal.

Janina:
Met al die jarenlange ervaring, heb je vast nog wel wat tips voor me?

Margot:
Er is zoveel mogelijk in dit vak, maar in het begin is het werk al overweldigend genoeg. Doe rustig aan en geniet van het vak. Van de mooie tot de bizarre situaties. En het belangrijkste: zorg goed voor jezelf.

Ook werken op de ambulance?

Bekijk onze vacatures

Meer verhalen van onze collega's