Gepubliceerd op: 28 juli 2025

Op haar allereerste dag bij Ambulance Amsterdam liep Natascha de garage binnen. En daar stond hij: de Mobile Intensive Care Unit (MICU). Groot, indrukwekkend en vol mogelijkheden. Ze liep ernaartoe, gaf hem een kusje op de motorkap en fluisterde: ‘Ooit ben jij van mij.’

Die kus was geen grapje. Het was haar manier om te manifesteren dat dit zou lukken.

Natascha: “Tot 2019 werkte ik nog als applicatiebeheerder en analist bij GGD, Veilig Thuis en de gemeente. Ik ondersteunde het zorgproces, maar ik dacht steeds vaker: is dit het nou? Ik wilde niet achter mijn bureau blijven zitten, maar zelf ‘hands on’ aan de slag gaan. Dus toen ging ik nadenken: wat zou ik willen worden als ik alles over kon doen? En ja, met een vader als vrachtwagenchauffeur en een moeder als verpleegkundige, kwam ik al snel uit bij ambulancechauffeur.

Ik startte bij Ambulance Amsterdam als chauffeur op de MCA (middencomplexe ambulance). Team MCA deelde op dat moment de ambulancepost met een ALS-team (de spoedambulance). Dit team deed ook ‘specialties’ erbij, zoals het IC-vervoer (intensive care vervoer). Meteen was ik gefascineerd door de grote IC-voertuigen en dan vooral door de MICU.

Op de eerste dag dat ik de garage op de Karperweg binnen liep, heb ik een kusje op de motorkap van de MICU gegeven en gefluisterd: ‘Ooit ben jij van mij’.
Met deze zin ben ik mijn sollicitatiebrief begonnen, waarmee ik hoopte door te kunnen stromen. En dit is me gelukt! In 2021 begon ik aan de opleiding tot ALS-chauffeur. En tegelijk startte ik met het opleidingstraject tot IC-chauffeur. Die afwisseling maakt het werk voor mij leuk. De ene dag rijd ik spoedritten met een ambulanceverpleegkundige. De andere dag ben ik onderweg met een IC-team met artsen en verpleegkundigen van het ziekenhuis en vervoer ik de allerkleinste en andere kwetsbare patiënten.”

En die MICU? Die rijdt ze inmiddels vol trots

“Het is misschien maar een motorkap, maar voor mij was dat kusje een soort manifestatie. Dingen die goed voelen, daar moet je voor vechten.”

Sommige ritten blijven je bij. Zo heb ik een keer een kwetsbaar baby’tje vervoerd van het ene ziekenhuis naar het andere ziekenhuis. Een paar weken later had ik weer IC-dienst en toen vond ik in de auto een tasje met wat kleertjes, een speentje en foto’s. Die waren helaas blijven liggen. Dus ik haalde de spullen eruit en ik herkende de vader op een van die foto’s. Ik belde het ziekenhuis om te vragen waar het kindje was: die bleek weer thuis te zijn. Toen heb ik dat tasje zelf bij de ouders gebracht. Je komt normaal nooit dichtbij patiënten, maar de ouders waren zo blij dat ze het tasje terug hadden. Ik werd binnen uitgenodigd, omdat ze me wilden laten zien hoe goed het ging met het kindje. Dat contact maakte voor mij alles rond, want je zag het hele traject: van een kwetsbaar kindje vervoeren naar het ziekenhuis, naar een gezond kindje thuis. Natascha

Ook de droom om te werken op de ambulance?

Bekijk onze vacatures

Meer verhalen van onze collega's