Contact

Binnen de ambulancezorg zijn er twee typen chauffeurs:

• ALS-chauffeurs
  ALS staat voor Advanced Life Support. Als ALS-chauffeurs word je ingezet bij spoedeisende ritten. Een ALS-chauffeur rijdt dus vaak met sirene en zwaailicht.
• Chauffeurs middencomplexe ambulancezorg (MCA)
  MCA-chauffeurs rijden geplande ambulanceritten en vervoeren patiënten die bewaakte zorg nodig hebben.

ALS-chauffeur
Om ALS-chauffeur te worden, volg je de opleiding Ambulancechauffeur aan de Academie voor Ambulancezorg. Daar leer je hoe je snel en veilig op een acute zorgmelding afgaat, inclusief het rijden met sirene en zwaailicht.

Ook leer je hoe je als chauffeur de verpleegkundige kunt ondersteunen bij de hulpverlening aan de patiënt.

MCA-chauffeur

Om MCA-chauffeur te worden, volg je de opleiding Chauffeur laag- en middencomplexe ambulancezorg aan de Academie voor Ambulancezorg. Hier leer je goede rijvaardigheden en leer je hoe je als chauffeur ondersteuning biedt bij de zorg aan de patiënt.

Omdat je als MCA-chauffeur vaak te maken krijgt met psychiatrisch patiëntenvervoer, volg je bij de start van je dienstverband ook aanvullende interne trainingen over psychiatrie.

Wat heb je nodig om te starten?

Voor beide functies geldt dat je eerst solliciteert en moet worden aangenomen bij een ambulancedienst. Vervolgens kun je worden toegelaten tot de opleiding..

Daarnaast heb je het volgende nodig:

• C of C1-rijbewijs
• Diploma op minimaal mbo 3 niveau
• EHBO-diploma met reanimatie
• Bij voorkeur rij-ervaring en goede stratenkennis in de regio waar je wilt werken

Als je 112 belt, krijg je eerst de centralist van de landelijke meldkamer aan de lijn. Hij of zij vraagt of je de politie, brandweer of ambulancedienst nodig hebt.

Als je de ambulancedienst nodig hebt, dan word je doorverbonden naar een meldkamercentralist van de ambulancedienst in jouw regio. Een meldkamercentralist is een speciaal opgeleide verpleegkundige, getraind voor het inschatten van spoedeisende situaties door de telefoon.

Bij een spoedrit mag de ambulancechauffeur:

• Maximaal 40 kilometer per uur sneller rijden dan de maximumsnelheid
• Over de vluchtstrook rijden
• Rood licht, signalen en borden negeren

De ambulancechauffeur doet dit alleen als de verkeersomstandigheden dit toelaten.

Bij een spoedrit rijdt de ambulance met sirene en zwaailicht. Zo weet het andere verkeer dat er een ambulance aankomt, zodat ze ruimte kunnen maken.

Als de ambulance geen spoed heeft, houdt de ambulancechauffeur zich in principe aan de normale verkeersregels. In sommige gevallen mag een ambulance hier van afwijken om goede patiëntenzorg te kunnen leveren.