Hi El,

Ja dat mensen niet weten waar ze zijn is wel vaker een probleem. Zo had ik laatst een zeer ongebruikelijk telefoontje en konden we de locatie aanvankelijk niet vinden…

Er belt een man in paniek

“Help me! Ik zit in het toilet en heb diarree.”
“Wat is het adres meneer?”
“Ja, op het toilet op het Museumplein.”
“Waar op het Museumplein?”
“Ja dat weet ik niet, gewoon bij de parkeergarage!”

Ik check de plattegrond, maar kan daar geen toilet vinden en zijn telefoon peilt uit op een zendmast. Ik heb dus geen idee wat zijn locatie is, dus ik luister eerst verder.

“Dat is vervelend, maar waarom belt u hiervoor naar 112?”
“Nou mijn broek is nat.”
“Dat is ook vervelend, maar u belt nu met 112, dat is voor levensbedreigende spoed.”
“U begrijpt het niet, ik heb een herseninfarct gehad.”
“Oké, wanneer was dat?“
“In 2001“
“Das lang geleden. Heeft u nu weer dezelfde klachten? Heeft u hoofdpijn?“
“Nee, ik heb diarree!“
“Ja, dat heeft dus niet zo veel met elkaar te maken.“
“Maar ik kan er niet uit, de deur zit dicht en ik krijg hem niet open.“
“Dat is dan meer iets voor de brandweer.“
“Nou geef me dan maar de brandweer.“
Ik verbind hem door en denk dat het daarmee opgelost is.

Een half uur later word ik weer gebeld

“Help! Ik zit in het toilet op het Museumplein en ik kan er niet uit.“
“Ja dag meneer, ik had u al eerder aan de telefoon.“
Ja help me nou! Ik zit nog steeds op de pot en kan er niet uit. Alles is nat!“
“Maar meneer, wat zei de brandweer?“
“Dat ik de deur moest openen. Dat lukt dus niet, want alles is nat door die pot. Ik heb een herseninfarct gehad. Help me nou toch!”
“Meneer, dit is geen taak van de ambulance.”
“Nou, geef me dan de politie maar!”
“Ja maar meneer, die komt ook niet voor dit soort dingen.”
“Nou dan de brandweer.”
“Die heeft u al gesproken toch?”
“Ja, maar ze wilden niet komen.”

Ik krijg met hem te doen. Hij zit inmiddels al bijna drie kwartier op het toilet en is radeloos. Ik besluit een ambulance van de middencomplexe ambulancezorg te sturen om te gaan kijken.

De exacte locatie van de man is nog steeds onduidelijk

Ergens op het Museumplein, bij de parkeergarage. Ik bel met de verpleegkundige om uit te leggen waarom ze er naartoe moeten. Het is immers een vreemde melding. Ze gaan even kijken. Ik hoop dat ze het kunnen vinden.

Ondertussen belt de man nog een keer: “Help, help, help me nou!”  Ik geef aan dat de ambulance onderweg is.

Na een half uurtje belt het middencomplexe ambulanceteam: “Sorry hoor, er is geen openbaar toilet te vinden op het Museumplein. Bij de parkeergarage niet en op het plein ook niets gezien of gevonden.” Ik zeg hen dat ik de melder net nog aan de lijn had en dat hij steeds wanhopiger wordt. “Nou dan doen we nog een rondje,” zegt de chauffeur, “En anders geven we het op.”

Een kwartiertje later belt de verpleegkundige: ze hebben hem gevonden, bonzend op de deur en huilend om hulp. De deur was vrij gemakkelijk te openen met wat instructies. Het toilet was een ravage. De hele pot was los en het water stroomde eruit. Drijfnat stond de melder daar. Hij barstte in huilen uit toen hij bevrijd werd. Hij bleek te wonen in een begeleid-wonen-groep, net buiten de stad. De collega’s van de middencomplexe ambulance gaven hem droge dekens en besloten hem naar huis te brengen.

Ik ben zo blij met mijn collega’s, dat ze hem gevonden hebben en thuis hebben gebracht.

Potje af, ik bedoel Petje af!
Werk ze Ellen!

Yvon

Verhalen uit de meldkamer

Verpleegkundig centralisten Ellen en Yvon vertellen elkaar elke maand over de meest bijzondere, mooie, heftige en soms ook grappige momenten die ze meemaken op de meldkamer ambulancezorg in Amsterdam.

Meer blogs