Hoi Yvon,

Wat een heftige blog van jou en wat goed dat je hierover schrijft. Het gebeurt helaas echt te vaak dat wij als centralisten uitgescholden en soms zelf bedreigd worden. Dat doet iets met je. Natuurlijk kun je aangifte doen, maar wij weten als verpleegkundigen helaas dat dat te vaak tot niets leidt waardoor er helaas weinig de animo voor is. Gelukkig kunnen we er als team wel voor elkaar zijn en elkaar opvangen na een incident als dit.

Na zo’n melding is het fijn als je ook eens een succesje boekt! Die had ik gelukkig vandaag. Al leek het er even niet op…

“Kom gauw! Mijn hart, hart! Probleem! Telefoon leeg!!”

Na deze laatste noodkreten wordt de verbinding verbroken. Je kunt het vraagteken boven mijn hoofd nog net niet zien. Ik heb maar flarden van het gesprek begrepen: de man die ik aan de lijn had spreekt echt nauwelijks Nederlands en al helemaal geen Engels. Omdat hij mij ook niet begrijpt, roept hij gewoon maar van alles en is het kennelijk aan mij om het verder uit te zoeken… ‘Westpoort’ en iets dat klinkt als ‘Ketelplaats’ heb ik opgevangen. En dan natuurlijk het onheilspellende ‘Hart’ en ‘Probleem’. Deze man heeft duidelijk hulp nodig, maar wat nu te doen?

Tegen beter weten in probeer ik hem terug te bellen, maar er wordt niet meer opgenomen. Tja, hij riep al dat zijn telefoon leeg was… Ik word er behoorlijk onrustig van. En ik heb toch al mijn dag niet: iedereen die mij kent weet dat vroege diensten niet bepaald aan mij besteed zijn. Mijn koffie is nog niet op of ik heb deze aap al op mijn schouder.

Ik vraag mijn collega die achter mij zit en vandaag de coördinerende rol heeft om met mij mee te denken. We slaan aan het Googlen om met de termen ‘Westpoort’ en ‘Ketelplaats’ iets van een adres te verkrijgen, maar Google is niet onze vriend vandaag. Ook dit spoor loopt dus dood.

Dan gaat de telefoon: meldkamer Driebergen (de centrale die als 1e alle 112-meldingen binnenkrijgt en ze doorzet naar de juiste meldkamer) belt: er is een telefoontje binnen gekomen vanuit België van een vrouw die belt voor haar vader. Hij zit ergens op een schip in Amsterdam en heeft last van zijn hart. Zou dat mijn melder zijn? Gelukkig weet de dochter de naam van het schip waar haar vader op zit.

We besluiten de havenmeester van Amsterdam te bellen. Hij weet waar alle schepen liggen en nog belangrijker: ze kunnen daar met een boot heel snel zijn. Van de havenmeester horen we dat het betreffende schip in Westpoort ligt bij de Kegelplaats. Dus niet ‘Ketelplaats’ zoals ik dacht te horen. Kegelplaats blijkt een aanlegsteiger te zijn.

Bingo!

Dat moet wel de plek zijn waar mijn melder vandaan belde. We sturen vast een ambulance die kant op. De havenmeester stuurt gelijk ook een boot erheen, omdat het schip maar half aangemeerd is en het ambulanceteam dus niet vanaf de steiger de boot op kan. Ook neemt hij contact op met de schipper, zodat deze weet dat er iemand van zijn bemanning dringend hulp nodig heeft en er een ambulance naar ze onderweg is.

De havenmeester pikt het ambulancepersoneel op en brengt ze met zijn boot naar het schip. Daar blijkt inderdaad een man te zijn die dringend hulp nodig heeft. Ik zie op mijn scherm de ambulance met sneltreinvaart vertrekken vanuit de haven, richting ziekenhuis. “Trossen los en volle kracht vooruit mannen!” mompel ik voor me uit. En houd vooral je roer recht.

Ellen

Verhalen uit de meldkamer

Verpleegkundig centralisten Ellen en Yvon vertellen elkaar elke maand over de meest bijzondere, mooie, heftige en soms ook grappige momenten die ze meemaken op de meldkamer ambulancezorg in Amsterdam.

Meer blogs