We zijn onderweg naar een hoogbejaarde vrouw van 96 jaar die gevallen is. De val is al eerder op de dag gebeurd en de huisarts is ter plaatse gekomen. De huisarts heeft mevrouw beoordeeld en denkt dat haar heup gebroken is. Een foto in het ziekenhuis zal hierover uitsluitsel geven.

Onder A2 (gepaste spoed) gaan wij naar het opgegeven adres. We worden begroet door een vriendelijke man. “Het gaat om mijn moeder,” zegt hij. “Ze is in de woonkamer, loopt u maar mee.” We lopen een klein gangetje door en komen in een klein, maar knus woonkamertje. Echt zo’n oud arbeidershuisje.

Op de bank zien we de vrouw zitten

Ze glimlacht en heeft een vrolijke uitstaling. De manier waarop mevrouw op de bank zit geeft mij het gevoel dat een ze inderdaad een gebroken heup heeft, maar zo op de bank zittend maakt ze geen pijnlijke indruk. Om mij heen zie ik veel tekeningen, oude foto’s en schilderijen. “Die tekeningen, die maak ik,” vertelt mevrouw. Ik ben onder de indruk. Wauw, wat mooi. “Het houdt me bezig, maar ik heb ook nog andere hobby’s hoor,” zegt ze. Enthousiast begint ze te vertellen. Deze mevrouw is goed bij de tijd en ze gebruikt helemaal geen medicijnen.

Op een gegeven moment onderbreek ik mevrouw netjes in haar verhaal, leg mijn hand op die van haar en kijk haar aan. “Ik wil u graag pijnstilling geven,” geef ik aan. “Als u zo zit en niet beweegt is het misschien goed te doen, maar als we u straks de brancard ophelpen verwacht ik dat het niet fijn voelt. Met de pijnstilling die wij hebben kunnen we de scherpe randjes eraf halen. Wat vindt u ervan?” De vrouw kijkt me glimlachend aan en zegt: “U zult het wel het beste weten, doet u het maar. Maar,” zegt ze, “ik ben wel wat gewend hoor.”

Nadat de brancard in de woning staat en de pijnstilling is gegeven, gaat het gesprek verder

De pijnmedicatie laat ik eerst even inwerken. “Ik kijk bijna nooit het nieuws,” zegt de vrouw dan. “Alleen maar ellende op televisie. Iedereen heeft steeds vaker en sneller een kort lontje en het is veel ikke, ikke, ikke. Nou, ik kijk liever positief. Dat zit in mijn karakter. Zelfs in de oorlog toen ik jong was.” Aandachtig luisteren wij naar de woorden van deze vrouw. Tja, dacht ik. Ze heeft wel een punt. “En dat positieve heeft me toch ver gebracht, al 96 jaar,” zegt ze lachend. “Ik hou nog steeds van het leven en geniet van kleine dingen.”

Bij de transfer van bank naar de brancard gaf mevrouw geen kick. Wat een bikkel. En wat een mooi mens.

Medisch hulpverlener staat voor een ambulance

Verhalen uit de ambulance

Jeroen werkt ruim 9 jaar bij post Hoofddorp van Ambulance Amsterdam. Eerst als ambulancechauffeur en nu als medisch hulpverlener. Jeroen vertelt in zijn blogs elke maand over wat hij meemaakt tijdens zijn werk op de ambulance.

Meer blogs