Het schrikbeeld van elke ambulancehulpverlener: een kinderreanimatie.
Ze gebeuren, dus je gaat ze een keer krijgen. Gelukkig ben je er door scholing op voorbereid en hoef je nooit alleen naar een melding: een tweede ambulance komt ter ondersteuning en ook het Mobiel Medisch Team wordt per auto of per helikopter meegestuurd.
Onze aanpak is in de basis hetzelfde als bij een volwassene die gereanimeerd moet worden, maar er is een enorme extra spanning. Ik denk dat iedereen zich hier wel iets bij kan voorstellen. Maar geloof me, als je het echt meemaakt is het toch weer anders en nog zwaarder. Je voelt de verantwoordelijkheid voor dit jonge leven als een loden ketting om je heen.
Maar goed, we weten wat we moeten doen, dus we beginnen. Ademweg checken, kijken naar de ademhaling, zo nodig beademen, circulatie checken en hartmassage geven als dat moet. Vrijwel altijd ga je vervoeren en blijf je er zo lang mogelijk bij om te zien hoe het afloopt.
Na zulke heftige gebeurtenissen praten we altijd met een speciaal opgeleide collega
Dat noemen we ‘botten’. Dat komt van BOT, wat staat voor bedrijfsopvangteam. De collega’s uit dit team zijn getraind in het voeren van gesprekken met collega’s die iets schokkends hebben meegemaakt. Zij doen zelf ook ambulancewerk, dus ze weten waar we over praten.
Het is ook hun taak om in de gaten te houden of de verwerking van dit soort gebeurtenissen normaal gaat of dat iemand er heel erg mee blijft zitten. Dan verwijzen ze de collega naar professionele hulpverlening. Gelukkig is dat maar heel zelden nodig.
We zijn er allemaal blij mee dat dit team bestaat.
Thijs Gras vertelt over zijn ervaringen bij Ambulance Amsterdam
Thijs werkt al ruim 27 jaar als ambulanceverpleegkundige. En sinds de start van Ambulance Amsterdam in 2012 doet hij dat bij ons. Thijs vertelt in zijn blogs elke week over wat hij de afgelopen 10 jaar allemaal meegemaakt heeft op de ambulance.