Suiker
Lees verder >
Hi Ellen,
Vervreemdende telefoontjes ken ik wel, maar zo vreemd als jij niet!
Wat ik lastig vind aan dit werk, is mensen die gaan schelden als ze hun zin niet krijgen. Of mensen die weigeren om antwoord te geven op mijn vragen. Dat alle zinnen in gebiedende wijs enkelvoud lijken te gaan.
Zoals dit telefoontje:
“Geen vragen, een ambulance, nu!”
“Sorry, maar dat gaat niet. Wat is het adres van het noodgeval?”
“Dat kan je toch zien! Jullie kunnen alles traceren, een ambulance nu!”
Ik begin van binnen al te koken, maar antwoord nog beleefd. “Ik wil toch graag het adres, anders weet ik niet waar we naartoe moeten.”
Hij geeft het adres.
“Wat is er aan de hand?”
“Mijn broertje heeft een aanval! Opschieten!”
“Wat bedoel je? Een epileptische aanval?”
“Ja natuurlijk, bitch, hij bloedt uit zijn mond en shit, komen nu.“
“Dat komt omdat hij op zijn tong gebeten heeft, dat gebeurt vaker bij zo’n aanval,” probeer ik hem gerust te stellen. Maar dat werkt niet.
“Wat weet jij daar nou van?“ brult hij, “ik zeg je, schiet op!”
“Is hij bekend met epilepsie?”
“Oh man, wat is deze shit? Ambulance, nu!“
“Is hij bekend met epilepsie?“
“Ja, zegt hij, “ik zeg toch, hij bloedt uit zijn mond.”
“Haalt hij adem?”
“Ja bitch, geen vragen meer!“
“Luister, ik probeer u te helpen en dat gaat sneller als u me antwoord geeft!” zeg ik geërgerd.
“Jezus, bitch, ik zeg toch komen! Wat is er met die vragen?“
“Luister, ik wil antwoord, anders kan ik u niet helpen. Is hij nu nog aan het schudden?”
“Wat de f*ck, neehee! Maar hij bloedt.“
“Ik zou het prettig vinden als u die scheldwoorden achterwege laat. Waar is hij, kan hij zich bezeren?”
“NEE, hij ligt op bed.“
“Oke”, zeg ik, “leg hem op zijn zij.”
“Ik zeg je, komen nu! Stop met die vragen.“
Ik zeg, met stemverheffing: “NEE, jij moet naar mij luisteren, anders kan ik je niet helpen. Ik vraag je om je broer te helpen, doe dat dan! En leg hem op zijn zij als het schudden gestopt is. Hoelang duurde de aanval?”
Nu ontploft hij: “Jij moet doen wat ik zeg! Ik betaal mijn zorgpremie, doe wat ik zeg! Ambulance, nu! Jij bent een piep piep piep!” (Vul de scheldwoorden zelf in…)
En hij hangt op.
Ik bel hem terug, maar er wordt niet opgenomen
Ik besluit een ambulance te sturen, samen met politie. Want de man klonk zo agressief, en ik wil niet dat het ambulancepersoneel aangevallen wordt.
Ik loop even naar het koffieapparaat, want ik moet bijkomen van het gescheld. Ik had mijn eigen reactie anders gewenst, want ik was duidelijk geïrriteerd. Ik liet mijn toon door die beller beïnvloeden en hij was niet bepaald vriendelijk of rustgevend.
Ik besluit toch maar thee te zetten, mijn hartslag is al hoog genoeg. Ik maak een grap met mijn collega, zucht een paar keer en pak de telefoon en de draad weer op. De volgende beller geeft gelukkig wel antwoord op mijn vragen.
Bij aankomst van de ambulance is de beller het huis uit gerend en de vader van de zoon doet open
Hij is kalm en bedaard. Het slachtoffer blijkt zijn epilepsie-medicijnen al maanden niet in te nemen en had drugs gebruikt met zijn broertje. De hele kamer stond blauw van de wietlucht. Dat blijkt toch niet altijd het Snoop Dogg-effect te hebben.
Sterkte Ellen, in de nachtdienst!
En dank voor je boek ‘Je moet je bek houden’ van Caroline Koetsenruijter. Ik hoop dat ik daar wat meer handvatten krijg om met die gebiedende wijs enkelvoud om te gaan.
Yvon
Verpleegkundig centralisten Ellen en Yvon vertellen elkaar elke maand over de meest bijzondere, mooie, heftige en soms ook grappige momenten die ze meemaken op de meldkamer ambulancezorg in Amsterdam.