We willen net wegrijden bij het ziekenhuis, als we opgeroepen worden voor een spoedgeval. We zetten het zwaailicht en de sirene aan en daar gaan we.
We naderen een T-splitsing.
Het is redelijk druk, maar de auto’s voor ons geven ons de ruimte en gaan naar rechts. Van links komt een grote touringcar aan die keurig voor ons stopt. Wij willen linksaf om de bus heen. Maar we zijn de bus nog niet voorbij of we zien een tegenligger recht op ons afkomen.
Een botsing is onvermijdelijk.
In technisch jargon heet zoiets een afdekongeval en bij de hulpdiensten zijn ze berucht.
Gek genoeg valt de klap nog mee, maar de voorkant van de ambulance ligt aardig in elkaar
Ook de auto die tegen ons opgereden is, heeft redelijk wat schade. Ik vraag meteen aan mijn collega hoe het gaat. Zij zegt gelukkig “Ok”. Dan stap ik uit om te kijken naar de bestuurder van de auto die ons aangereden heeft. Die is enorm geschrokken, maar geeft niet meteen klachten aan.
We vragen de meldkamer om een andere ambulance naar ons spoedgeval te sturen en de politie te waarschuwen omdat we een aanrijding hebben gehad.
En dan komt een heel circus op gang: de zwarte doos in de ambulance wordt afgelezen om te zien hoe hard we reden en of we zwaailicht en sirene aan hadden. We reden niet erg hard en hadden alles aan.
De verzekeringen gaan het maar uitvechten.
Thijs Gras vertelt over zijn ervaringen bij Ambulance Amsterdam
Thijs werkt al ruim 27 jaar als ambulanceverpleegkundige. En sinds de start van Ambulance Amsterdam in 2012 doet hij dat bij ons. Thijs vertelt in zijn blogs elke week over wat hij de afgelopen 10 jaar allemaal meegemaakt heeft op de ambulance.