Is het zijn suiker?
Lees verder >
Het is een mooie zaterdagmiddag in juli en mijn collega Yvonne en ik zitten op de ambulancepost. We zien mensen die samen fietsen, iets dat ik waarschijnlijk ook had gedaan als ik vrij was geweest. Net wanneer ik Yvon wil wijzen op een kindje dat naar ons zwaait achterop een fiets, schrik ik op van de pieper die gaat. “Hey! Een spoedmelding in Amsterdam.”
Samen lopen we richting de ambulance. “Kan ik even kijken waar het is?” Yvon knikt instemmend en wanneer ik op de navigatie kijk, zie ik dat we naar het centrum van Amsterdam moeten. “Als we in de stad zijn, wil je dan een beetje meekijken met de route?”, vraag ik.
“Tuurlijk Daan, komt goed!” Yvon is een verpleegkundige met wie ik kan lezen en schrijven. Heerlijk, zo’n collega. Dat maakt dat een dienst nooit saai is.
“Het gaat om een jonge man die van de trap is gevallen. Hij heeft last van zijn enkel; die zou een rare stand hebben.” We bespreken wat we gaan doen op basis van de informatie die we hebben.
Ik zet de zwaailichten en sirene aan en al snel rijden we richting Amsterdam
Auto’s gaan keurig voor ons aan de kant. Dit gaat goed, tot we de IJ-tunnel uitkomen en het in de stad een stuk drukker is dan net op de N247. We rijden in een wat oudere ambulance met een opbouw achterop. Hierdoor zijn we iets hoger en breder dan de andere ambulances die we hebben.
Rechts van ons ligt het Centraal Station en de navigatie geeft aan dat we linksaf het Damrak op moeten. Wanneer ik naar links kijk, zie ik in de verte al een politieauto staan. Als ik nog een keer kijk, zie ik dat de trambaan openligt. “Hier word ik altijd zo moe van in Amsterdam. Alles ligt altijd open!”
Om niet door de halve stad te hoeven rijden, besluit ik over de stoep te gaan. Het is druk met dagjesmensen en toeristen. Al snel rijden we op een plakzuil af, met rechts een terrasje. Het is krap, maar het moet passen, schat ik zo in. Ik zet de sirene uit, maar laat de zwaailichten aan om te voorkomen dat de mensen op het terras elkaar straks niet meer kunnen verstaan door gehoorschade.
“Kijk jij rechts? Dan kan ik me concentreren op links.” Ik rem af, kijk snel naar links en manoeuvreer stapvoets tussen het terras en de plakzuil door. “Dat is krappies”, zeg ik met een zucht.
Voor ons lopen enkele toeristen met een koffer. Ze hebben totaal niet in de gaten dat wij achter ze rijden en er voorbij willen. Door de sirene even kort aan te zetten, schrikken ze op en maken ze plaats voor ons. Zodra ik de plakzuil in mijn spiegel zie, geef ik een dotje gas. De sirene loeit en we komen aan bij de locatie.
Wanneer ik uitstap, zie ik een agent lachen
Terwijl ik vriendelijk teruglach, trek ik mijn handschoenen aan. “Zou je voor mij wat mee willen nemen?”, vraag ik hem. Hij loopt op me af en pakt de tas met medicatie aan. Zijn blik en lach verraden dat er meer aan de hand moet zijn.
“Is er iets?”, vraag ik voorzichtig terwijl we richting de patiënt lopen.
“Heb je het niet gezien?”
“Nee?” Ik merk dat ik benieuwd ben waar hij het over heeft.
De agent wijst naar de man achter mij. Als ik me omdraai, zie ik daar een man staan. Zijn hoofd is knalrood en hij hijgt alsof hij net een marathon heeft gelopen. Zijn voetbalshirt verraadt dat hij uit Italië komt. Naast hem staat een rolkoffer die hij aandachtig bekijkt.
“Je hebt echt geen idee, hè?”, zegt de agent lachend.
“Euhh, nee…”, zeg ik aarzelend.
“Nou, met het manoeuvreren tussen de plakzuil en het terras heb je de koffer van die Italiaanse toerist ongeveer 100 meter over het Damrak meegesleurd met je ambu. Hij heeft het hele stuk achter je aangerend om zijn koffer terug te krijgen.”
Met ongeloof kijk ik hem aan. “Dat meen je niet!” De Italiaan kijkt mij aan en ik lach ongemakkelijk naar hem. Hij steekt zijn duim naar me op en lacht.
Een dienst met Yvon is echt nooit saai!
Danielle werkt al ruim 12 jaar als ambulancechauffeur in Purmerend. Geen dag is hetzelfde: het ene moment draait het om snelheid en focus tijdens een spoedrit, het andere moment juist om een glimlach of een onverwacht mooi gesprek. In haar blogs geeft ze je een uniek inkijkje in het ambulancevak, gezien door de ogen van de chauffeur.