Hee Yvon,

Het is zaterdagmorgen 4:00 uur. Tijd om normaal lekker in je bed te liggen, denk ik terwijl ik nog maar eens een bak koffie neem. Maar dat is uitgaand Amsterdam niet met mij eens. De telefoon staat al de hele nacht roodgloeiend. En niet omdat er veel aan de hand is, maar het is weer drank en drugs wat er voorbij komt. En voor deze meldingen is zelden een ambulance nodig, een beetje hulp van de medemens lost de zaak vaak wel op. Zo ook bij het volgende telefoontje.

“Wat is de plaats van het noodgeval?”, vraag ik zoals altijd als eerste

Halloooooo”, klinkt een duidelijk beschonken jongeman, “we staan buiten bij café De Blauwe Engel op de Zuidas.” “Wat is er aan de hand daar?”, vraag ik. “Er ligt hier iemand in de plantenbak en daar gaat het denk ik niet zo goed mee”, is het antwoord. “En is hij nog wakker?” “Geen idee”, zegt hij, “we zijn doorgelopen.”

“Loop terug en kijk wat er aan de hand is”, zeg ik streng. Ik bereid me al voor op weerstand, maar nee. Het is even stil en dan hoor ik een beetje lallend: “Jongens! We moeten teruglopen van de mevrouw van 112!” Ik hoor wat gemompel op de achtergrond, maar ze gaan met zijn allen toch echt terug naar de plantenbak.

“Hij ligt er nog hoor”, klinkt het even later triomfantelijk. Ik verzoek de mannen om hem te roepen en te vragen of hij hulp nodig heeft. Ik hoor hem wat lafjes iets roepen tegen de man in de onfortuinlijke plantenbak. “Nee, hij zegt echt niks hoor”, klinkt het een beetje beteuterd.

“Ik hoor je ook niet”, zeg ik, “roep hem even heel hard en schud hem even flink aan. Zeg dat hij wakker moet worden. Een beetje je best doen!” “HEEEEE GAST, HEB JE HULP NODIG?!” Ik hoor nu zeker 3 mannen keihard roepen naar het slachtoffer in de plantenbak. Ook hoor ik brekende takken, een hoop tumult en dan een hele harde schreeuw.

En ja hoor!

“Mevrouw, hij is wakker!” roept de man. “En hij is heel erg dronken”, klinkt er misprijzend achteraan. Wie niet van jullie? Gniffel ik in mezelf.

“Goed gedaan jongens!”, zeg ik. Ik vraag ze hem naar een taxi te brengen, zodat hij lekker naar huis kan. “Gaan we doen mevrouw! Wij gingen daar toch al naar toe.” En zo lopen de mannen vast op heel onvaste benen met het slachtoffer richting de taxi standplaats. Ik kan het bijna voor me zien. Weer een medemens gered. En dat zonder ambulance. Helden!

De nachtdienst zit erop, ik geef het stokje aan jou door Yvon

Fijn dat je zo lekker vroeg was vanmorgen om me af te lossen. Het fijnste van de nachtdienst is toch immers het weer naar huis mogen. Lekker naar mijn warme bed!

Ellen

Verhalen uit de meldkamer

Verpleegkundig centralisten Ellen en Yvon vertellen elkaar elke maand over de meest bijzondere, mooie, heftige en soms ook grappige momenten die ze meemaken op de meldkamer ambulancezorg in Amsterdam.

Meer blogs