In de nacht krijgen we een spannende melding: iemand is bezig te bevallen.

In een kamer ligt op een bed een vrouw. Ze is hoogzwanger, dat kunnen we wel zien. Ze is alleen en zegt dat ze een kind moet baren. “Jullie kunnen dat toch wel?”, vraagt ze. Natuurlijk kunnen we dat, maar liever willen we dat dit in het ziekenhuis gebeurt natuurlijk.

Ik kijk, maar ik zie nog niets komen.

Deze mevrouw heeft al eerder kinderen op de wereld gezet, dus dan kan zoiets snel gaan

We moeten als de wiedeweerga naar het ziekenhuis. We leggen mevrouw op de brancard en schuiven haar in de auto. Ik zeg nog “Puf ze maar weg die weeën, we zijn zo in het ziekenhuis.” Maar zij schreeuwt dat het niet lukt.

Mijn collega kijkt achterom van achter het stuur: “Kunnen we?” Net op dat moment roept de vrouw: “Oh nee, het komt!” En ik zie al een hoofdje komen. “Kom snel achterin,” roep ik mijn collega toe, “we gaan het niet halen.” Hij komt en pakt meteen de bevallingsset. Ik wend mijn aandacht naar de baby. Met de volgende wee komt het hoofdje al. Ik pak de baby aan, het komt verder.

Tot mijn schrik zie ik dat de navelstreng om de nek gedraaid zit

Gelukkig kan ik die er snel afwikkelen en voor ik het doorheb sta ik achterin de ambulance met een baby in mijn handen. Het duurt niet lang of het kind huilt en uit een klein piemeltje komt een straaltje plas.

Gelukkig. Alles doet het, alles is goed.

Inmiddels gekomen familie laten we de navelstreng doorknippen. Opgelucht brengen we moeder en kind naar het ziekenhuis.

Thijs Gras vertelt over zijn ervaringen bij Ambulance Amsterdam

Thijs werkt al ruim 27 jaar als ambulanceverpleegkundige. En sinds de start van Ambulance Amsterdam in 2012 doet hij dat bij ons. Thijs vertelt in zijn blogs elke week over wat hij de afgelopen 10 jaar allemaal meegemaakt heeft op de ambulance.

Meer blogs