Alles over de ambulance

Als het moet, kan de ambulance binnen een kwartier bij de patiënt zijn. Als de ambulance met spoed rijdt, dan zet de chauffeur de sirene en zwaailichten aan. Zo weet het andere verkeer dat ze opzij moeten voor de ambulance.

De ambulance rukt uit

Als de ambulance spoed heeft, hoeft de chauffeur zich niet aan alle normale verkeersregels te houden.

Een ambulancechauffeur mag dan:

• Doorrijden bij een rood stoplicht
• Borden en signalen negeren
• Over de vluchtstrook
• Over de trambaan
• 40 kilometer per uur harder rijden dan de andere auto’s
• Tegen het verkeer in rijden

Natuurlijk zorgt de chauffeur er altijd voor dat hij of zij goed op de weg let. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we ongelukken maken.

Ambulance ter plaatse

Elk patiënt en elk ongeval is anders. Als het ambulanceteam bij de patiënt is, probeert de verpleegkundige snel te achterhalen wat er aan de hand is. Zodat de patiënt zo snel mogelijk geholpen kan worden.

• Moet de patiënt mee in de ambulance, naar het ziekenhuis?
  Dan gaat de patiënt op de brancard, achterin de ambulance. De verpleegkundige gaat ook mee achterin de ambulance. Om de patiënt in de gaten te houden en om in te grijpen wanneer nodig.

• Soms hoeft de patiënt niet naar het ziekenhuis.
  Dan helpen de ambulancemedewerkers de patiënt op locatie en geven ze advies mee aan de patiënt.

Als je vervoerd wordt met de ambulance mag er altijd iemand met je mee in de ambulance. Bijvoorbeeld je moeder, juf of opa.

Wat zit er allemaal in de ambulance?

In de ambulance zitten een heleboel verschillende spullen. Hieronder zie je er een aantal:

Brancard

Dit is een brancard. Hierop kan de patiënt vervoerd worden.

Troostbeer

Voor kinderen kan het heel spannend zijn om mee te gaan met de ambulance. Daarom krijgen zij een troostbeer. De beer geeft het kind afleiding en helpt de pijn te verzachten.

Medaille

En voor de oudere kids, die te stoer zijn voor een troostbeer, hebben we een echte ambulance-medaille.

Tas

Deze tas neemt het ambulanceteam mee naar de patiënt. Hierin zit medicatie en materialen om bijvoorbeeld een bloeding te stoppen.

Kindertas

Er is ook een speciale kindertas op de ambulance. Met daarin alle medicijnen om kinderen te behandelen.

LUCAS

Dit apparaat noemen we de LUCAS. Hiermee kunnen we patiënten reanimeren.

Naar het ziekenhuis

Als we onderweg zijn naar het ziekenhuis, laten we het ziekenhuis weten dat we eraan komen. We sturen ook alvast informatie mee over de patiënt, zodat ze weten wat ze kunnen verwachten.

Als we bij het ziekenhuis aankomen rijden we de brancard, met daarop de patiënt, uit de ambulance het ziekenhuis binnen. Dan brengen we de patiënt naar de juiste afdeling en leggen de patiënt op een ziekenhuisbed.

Daarna nemen de artsen en verpleegkundigen uit het ziekenhuis het over en kunnen de ambulancemedewerkers er weer vandoor.