Beste mensen, dit is mijn laatste blog op de website van Ambulance Amsterdam. Ik hoop dat ik erin geslaagd ben om jullie een beeld te schetsen van de dagdagelijkse en minder dagelijkse belevenissen op de ambulance in Amsterdam.
Vaak zeggen patiënten: “jullie maken zeker heel wat mee.”
Ja, inderdaad. Wij realiseren ons niet altijd hoe bijzonder ons werk is: bij wildvreemden staan we in de slaapkamer, we kruipen in de krochten van kroegen en SM-kelders, we klimmen in kranen en door ramen, we rukken soms letterlijk mensen van de pot. Dan zitten we weer op een schommelend schip, in een ingedeukte auto of op een keurig net kantoor. Variatie is het toverwoord en dat verveelt mij in elk geval nooit.
“Hoe hou je dat vol, al die ellende?”
Is ook een veel gestelde vraag. Ook daar heb ik inmiddels een antwoord op: ooit liep ik stage op de anesthesie van het AMC om infusen te leren prikken. De anesthesioloog zei: bij prikken moet je altijd twee dingen bedenken: ten eerste: ‘blij dat ik daar niet lig’ en ten tweede: ‘durf te prikken’. Ik vond dat een zeer toepasselijke uitspraak.
We zien ellende, maar het is altijd ellende van een ander. Daardoor raakt je dat op een andere manier. En wat ook belangrijk is: wij weten altijd wat we moeten doen. We gaan handelen, we durven te prikken en daarom kunnen we dingen verwerken. En dat we iemand soms niet kunnen redden, hoort er ook bij. Dat weet je hoofd en zo help je je hart.
Bedankt voor al jullie mooie reacties en vragen. En als mensen bij het afscheid na onze hulp zeggen ‘bedankt hoor, maar niet tot ziens’, zeg ik altijd: ‘toch wel, maar dan in het voorbijrijden of op het Leidseplein!’
Thijs Gras vertelt over zijn ervaringen bij Ambulance Amsterdam
Thijs werkt al ruim 27 jaar als ambulanceverpleegkundige. En sinds de start van Ambulance Amsterdam in 2012 doet hij dat bij ons. Thijs vertelt in zijn blogs elke week over wat hij de afgelopen 10 jaar allemaal meegemaakt heeft op de ambulance.